Onzichtbaar Stopwerk, 30 woningen
22 oktober 2009
Onzichtbaar Stopwerk, 30 woningen te Edam
Een sfeertekening van de binnenstad
De binnenstad van Edam, aan de rand van het IJsselmeer, dateert van 14e eeuw. De binnenstad is binnendijks, de grachten en de binnenhavens vormen de verbinding van de Zuiderzee met het achterland. De grachten zijn voornaam, met grachtenpanden enkaaspakhuizen. In 16e eeuw floreert de handel overzee, VOC tijd. Kenmerkend in het gevelbeeld zijn schakering van de panden, de breedtemaat bepaald door de maat van de houten balken, de opbouw in de stoep / de plint, het middendeel van baksteen met houten kozijnen, vertikaal geleed en de bekroning in een bepaald type topgevel, ornamentiek in gevelstenen, vakmanschap in metselwerk, gedecoreerd met een lantaarn naast de voordeur, een buitenbankje op de stoep. Etcetera.
De moestuinen Aan de rand van de binnenstad aan de noordzijde, maar binnen de vesting, lagen de moestuinen voor de bewoners. Op deze plaats van de moestuinen is in de jaren zeventig de stadsuitbreiding van Edam nog binnen de stadsgrenzen gerealiseerd.
Een sfeertekening van de jaren zeventig woningen. Twee lagen en een kap. Een herhaling van dit type. Weinig expressie, weinig plasticiteit, eenvoudig in zijn geleding, neutraal in de materialisering en de kleurstelling. Geen ambacht en veel prefabricatie. Bouwen zonder na te denken.
De opgave In deze jaren zeventig wijk, zo dicht bij de binnenstad, wordt een deel van de woningen gesloopt. Deze woningen liggen in het midden van deze buurt, de bouwtechnische staat van deze woningen is ondermaats. De doelstelling van deze herstructurering is om de eenvormigheid en de achteruitgang te doorbreken. Het beweging wordt naar binnen gekeerd, alle zichtlijnen eindigen op deze locatie, het wordt een aantrekkingspunt, het geeft een hierarchie, die tot dusverre ontbrak. Het maakt verschillen, in het beeld, in het gebruik van de openbare ruimte, in de woningtypologie, de bevolkingssamenstelling. Het is een impuls op de maat van de 30 woningen, maar daarmee op het schaal van de wijk.
Het programma 30 woningen, sociale huur, ongeveer de helft eengezinswoningen 95 m2 g.b.o. grondgebonden met een tuin en ongeveer de helft seniorenwoningen 85 m2 g.b.o. gestapeld met een buitenruimte.
De hamvraag Het evenwicht is wankel, waar zou het project zich op moeten richten om daadwerkelijk de impuls te kunnen geven? Teveel leunen op de expressie van de binnenstad zou oneigenlijk werken, echter de nabijheid ontkennen en de waardering ervan negeren zou een stommiteit betekenen. Teveel afzetten tegen de jaren zeventig wijk zou het project teveel op een eiland plaatsen, tegelijkertijd is het van belang de zwakheden te onderkennen. Kortom, welke middelen dienen aangewend te worden om deze complexiteit in de afstemming op de omgevingskenmerken het hoofd te bieden?
Onzichtbaar stopwerk Onzichtbaar stopwerk is de werktitel van het project, duidt op de doelstelling om het project een vanzelfsprekendheid te geven in antwoord op de tegenstellingen in deze tijdspanne. Hoe is hier onzichtbaar stopwerk bereikt? Op hoofdlijnen door volledig aan te sluiten op het modernisme van de jaren zeventig wijk, de verkaveling, de aansluitingen, de zichtlijnen, de seriematigheid et cetera te continueren, echter het gebrek aan zeggingskracht in het gebruik van de openbare ruimte, in het gebruik van de overgangszone tussen de straat en de woning, de onbestemdheid van de materialisering, de plasticiteit et cetera om te buigen en juist op deze onderdelen de rijkdom van de binnenstad richtinggevend te laten zijn. Zo wordt de kamstructuur aan de zijde van de Noorderstraat voortgezet, de rug aan rug woningen aan de zijde van de Achterhaven voortgezet, het plantsoen aan het Tuinierspad begeleid, de zichtlijnen en de verkeersbewegingen voortgezet.
De woningen zijn verkaveld rondom een doodlopend binnenstraatje, alleen toegankelijk voor de voetganger, de binnenstraat is smal (gemiddeld 8 meter tussen de gevels). De gevelwanden lopen naar achteren taps toe en maken een ruimte, intiem als een straatje zoals we die kennen uit de binnenstad. Aan de ene zijde liggen de eengezinswoningen en de andere zijde de seniorenwoningen. De woningen hebben een stoep, met een bankje bij de voordeur. Het straatje is autoluw,twee doelgroepen maken intensief gebruik van het straatje: de senioren zitten te babbelen op hun bankje, de kinderen spelen ongemoeid op de straat, ze onderhouden elkaar. In hun midden is de jeu de boules baan. De woningen zijn seriematig opgezet, gelijk aan de opzet van de zeventiger jaren wijk.
De collectiviteit van het blok is zichtbaar in de betonbanden, de bergingen onder de woningen (met daglicht in de bergingen, het blok is opgelicht) en de ontsluiting met een woongalerij, 2 meter breed met de bankjes om te verblijven. De maat van de woning is daarentegen wel expressief gemaakt door de accessoires, zoals die zichtbaar zijn in de binnenstad: het bankje, de buitenverlichting, de voordeur herkenbaar. De beeldentaal van de zeventigerjaren wijk is gortdroog, geen expressie, geen plasticiteit, De baksteen is gamma, de dakgoot kunststof, de kozijndetaillering onbestemd. Bouwen zonder na te denken. De rijkdom, die zichtbaar is in de grachtenpanden van de binnenstad zijn ontegenzeggelijk richtinggevend geweest in de keuze voor de materialisering, de plastiek van de gevel en de kozijndetaillering. De langsgevels zijn gemaakt van een geribbelde baksteen, waarbij de terug liggende ribbel gelijk ligt met het voegwerk. Zo ontstaat een metselwerk vlak als één geheel en dansen ze tussen de betonbanden.
De kopgevels zijn van een baksteen met een frog (een uitholling), daardoor ontstaat een vlak met veel herhaling en veel textuur. De kozijnenstijlen zijn gedetailleerd achter het baksteen, om het schuiven van de metselwerkvlakken te ondersteunen en de kozijndorpels daarentegen in het zicht, fors in de maat (20 cm!). De zonwering is geheel weggewerkt in de betonbanden.
Resumé Het modernisme van de jaren zeventig wijk, de verkaveling, de aansluitingen, de zichtlijnen, de seriematigheid zijn gecontinueerd en juist de onbestemdheid, de neutraliteit is omgebogen en zijn de voorbeelden uit de binnenstad richtinggevend geweest. Intensief gebruik van de openbare ruimte, kenmerkend profiel, de accessoires als het bankje, de verlichting, de voordeur herkenbaar geven beeld aan de woning en de materialisering en de detaillering zijn zorgvuldig, doelbewust en kenmerkend. Deze gelaagdheid in de complexiteit van de afstemming op de omgeving zorgen voor een vanzelfsprekendheid van de inpassing van de 30 woningen, onzichtbaar stopwerk, en geeft tegelijkertijd een impuls aan de eentonigheid en de achteruitgang van de zeventiger jaren wijk als geheel.
Bastiaan Jongerius