Sportstad
12 oktober 2007
Naast een uitbreiding van het stadion zelf zijn een aantal nieuwe functies samengebracht op één locatie: een zwembad, fitnesscentrum, vier sporthallen, een ‘Lifestyle Passage’ met diverse commerciële ruimten op het gebied van gezondheid, en een nieuwe locatie voor het ROC Friesland College. Het idee voor het complex is geboren uit de wens diverse voorzieningen te concentreren en waar mogelijk synergetische voordelen uit de onderlinge combinaties te halen.
Het gebouw is een opvallende verschijning langs de A31. Alleen op deze plek wordt de geluidschermen langs de westkant van de snelweg onderbroken, om zo Sportstad Heerenveen het ‘venster’ op de stad te laten zijn.
De diverse opdrachtgevers • een voetbalclub, een gemeentelijke sportvoorziening, een ROC, een zorgverzekeraar • hebben de wens uitgesproken om een eenheid van het gebouw te maken zonder dat de verschillende onderdelen verloren zouden gaan. In de architectuur is gepoogd uiting te geven aan deze wens om de diverse elementen • allemaal verschillend qua schaal, functie en gebruik • samen te smeden tot een samenhangend complex. De hoofdonderdelen zijn fysiek aan elkaar gebonden maar tegelijk goed van elkaar te onderscheiden. Boven alle onderdelen is een concaaf- dan wel convex dak geplaatst. Deze daken lopen ook over de nieuwbouw van de tribunes van het stadion. Het ritme van de golvende daken zorgt voor een ‘bewegende deken’ van eenheid over het complex.
De hoofdmaterialen voor de gebouwen zijn baksteen, zilveren staalplaat en glas. Enerzijds is gezocht naar aansluiting met het bestaande stadion (staalplaat) terwijl de baksteen een nieuwe toevoeging is ten opzichte van het bestaande. Bij de nieuwe oosttribune (opgeleverd in 2004) is hier al een begin aan gemaakt. Deze donkerrode steen draagt bij aan de eenheid in het complex, waarbij de openingen • veelal met schuine zijkanten • dit extra versterken.
Rondom het nieuwe complex is een ‘tapijt’ van bestrating van een licht gele kleur en een rode streep. Hierdoor wordt het complex ook op menselijke schaal duidelijk een eenheid. In de gevels is ook geprobeerd nergens een ‘achterkant te creëren, waardoor het gebouw zich alzijdig manifesteert. Naast een uitbreiding van het stadion zelf zijn een aantal nieuwe functies samengebracht op één locatie: een zwembad, fitnesscentrum, vier sporthallen, een ‘Lifestyle Passage’ met diverse commerciële ruimten op het gebied van gezondheid, en een nieuwe locatie voor het ROC Friesland College. Het idee voor het complex is geboren uit de wens diverse voorzieningen te concentreren en waar mogelijk synergetische voordelen uit de onderlinge combinaties te halen.
Het gebouw is een opvallende verschijning langs de A31. Alleen op deze plek wordt de geluidschermen langs de westkant van de snelweg onderbroken, om zo Sportstad Heerenveen het ‘venster’ op de stad te laten zijn.
De diverse opdrachtgevers • een voetbalclub, een gemeentelijke sportvoorziening, een ROC, een zorgverzekeraar • hebben de wens uitgesproken om een eenheid van het gebouw te maken zonder dat de verschillende onderdelen verloren zouden gaan. In de architectuur is gepoogd uiting te geven aan deze wens om de diverse elementen • allemaal verschillend qua schaal, functie en gebruik • samen te smeden tot een samenhangend complex. De hoofdonderdelen zijn fysiek aan elkaar gebonden maar tegelijk goed van elkaar te onderscheiden. Boven alle onderdelen is een concaaf- dan wel convex dak geplaatst. Deze daken lopen ook over de nieuwbouw van de tribunes van het stadion. Het ritme van de golvende daken zorgt voor een ‘bewegende deken’ van eenheid over het complex.
De hoofdmaterialen voor de gebouwen zijn baksteen, zilveren staalplaat en glas. Enerzijds is gezocht naar aansluiting met het bestaande stadion (staalplaat) terwijl de baksteen een nieuwe toevoeging is ten opzichte van het bestaande. Bij de nieuwe oosttribune (opgeleverd in 2004) is hier al een begin aan gemaakt. Deze donkerrode steen draagt bij aan de eenheid in het complex, waarbij de openingen • veelal met schuine zijkanten • dit extra versterken.
Rondom het nieuwe complex is een ‘tapijt’ van bestrating van een licht gele kleur en een rode streep. Hierdoor wordt het complex ook op menselijke schaal duidelijk een eenheid. In de gevels is ook geprobeerd nergens een ‘achterkant te creëren, waardoor het gebouw zich alzijdig manifesteert.