Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij
Copyright: Enexis regiokantoor Zwolle. Allard de Goeij

Atelier PRO: “BREEAM zit duurzaamheid soms in de weg”

15 juli 2013, 16:21
Architectenbureau atelier PRO heeft veel ervaring met BREEAM en vindt de aandacht voor duurzaamheid en de ontwikkeling van certificaten hiervoor een goede ontwikkeling. Met het ontwerp van de Enexis kantoren liep het bureau echter ook tegen de beperkingen hiervan aan. Aan BREEAM valt nog wel het een en ander te verbeteren, vinden architecten Alex Letteboer en Bas Woldman.

Tekst Michiel van Raaij “Aan het einde van de negentiende eeuw is een proces gestart waarin architectuur steeds verder is verwetenschappelijkt”, begint Alex Letteboer, architect en directeur bij atelier PRO. “In de ontwerpfase kunnen we steeds beter voorspellen hoe het ontworpen gebouw zich zal gedragen wanneer het gerealiseerd is.” De fout die volgens hem in het naoorlogse Modernisme is gemaakt, is dat met te weinig parameters rekening gehouden werd. Het werk van atelier PRO staat volgens Letteboer wel in de moderne traditie. Maar de kunst is om in de ontwerpfase een steeds grotere complexiteit op te nemen, denkt hij. Alleen dan kan recht gedaan worden aan de complexiteit van het leven zelf.

BREEAM
Atelier PRO heeft inmiddels een serie projecten op zijn naam geschreven waar BREEAM-certificaten aan zijn toegekend. De onlangs opgeleverde Enexis kantoren in Maastricht, Zwolle en Venlo zijn BREEAM-Excellent gecertificeerd. “Opdrachtgevers en gebruikers willen gewoon garanties”, zegt Letteboer. “Als architect leg je zo goed mogelijk uit hoe het gebouw zal gaan werken en een certificaat helpt daar bij.” In zijn opzet vindt Letteboer BREEAM goed, maar hij ziet wel een aantal punten die verbeterd moeten worden. Hij zou hier graag over meedenken. Een eerste probleem dat hij ziet is dat bij BREEAM niet genoeg gekeken wordt naar de kwaliteit van de stedenbouw of van het gebouw als geheel, maar dat de focus vooral op techniek ligt: “Er worden stappen overgeslagen.” “De nadruk ligt al heel snel op de klimaatinstallaties”, voegt architect Bas Woldman eraan toe. Je kunt een gebouw als een klimaatmachine ontwerpen – een gebouw waarin de bouwkundige onderdelen meewerken in de regulering van het klimaat – maar desondanks moet toch het totaalpakket aan klimaatinstallaties toegevoegd worden om voldoende punten te halen. Op dat punt schiet zou BREEAM een integrale aanpak kunnen nastreven, vinden Letteboer en Woldman. Ook in de beoordeling van de materialisering van een gebouw werkt BREEAM nog erg rigide. Zo wilde de opdrachtgever Enexis zijn kantoren energieneutraal maken. Toevoeging van PV-cellen zou, vanwege de materialen die erin gebruikt worden, echter alle inspanningen in de rest van het gebouw teniet doen. “Het is op dit moment toch belangrijk dat we die energietransitie inzetten”, zegt Letteboer: “Vanaf daar kunnen we dat verder ontwikkelen. Het is goed dat er certificaten zijn, maar ze moeten duurzaamheid niet in de weg zitten.” In zijn algemeenheid vindt Letteboer dat de discussie teveel over energie gaat. Energie is een ding, maar duurzaamheid gaat over zoveel meer: materiaalgebruik, gezondheid, beleving, sociale interactie… in ieder gesprek dat hij over duurzaamheid voert, benadrukt Letteboer die breedte. De komende jaren zullen wat hem betreft in het teken staan van die verbreding.

Samenwerking
Om al die aspecten in een gebouwontwerp te kunnen integreren is samenwerking volgens Letteboer zeer belangrijk. Vooral wanneer er een wens is om te innoveren – iets wat atelier PRO in ieder project probeert te doen. Letteboer: “Je wilt toch iedere keer weer een stap verder zetten.” In een radicale ommezwaai gelooft hij ook niet. “Het zal geleidelijk gaan. Tot er genoeg kritische massa is om het systeem te laten omslaan.” De ontwerpprocessen ziet Letteboer veranderen. Alle relevante partijen zitten steeds vaker al aan het begin van het proces om de tafel. Die ontwikkeling juicht hij toe. “Het stelt je als architect in staat om een grotere complexiteit in een ontwerp te integreren.” Hij ziet zijn eigen rol daarbij in de eerste plaats als organisator van het proces en pas in tweede plaats als ontwerper. Het proces is namelijk doorslaggevend voor het ontwerp dat hij als architect kan maken. Atelier PRO haalt veel werk binnen via Europese aanbestedingen. Daarbij is een verschuiving zichtbaar van de aanbesteding van ontwerpopdrachten naar Design & Build-contracten – waarin de architect voor de aannemer werkt. Letteboer ziet dat die samenwerking steeds beter gaat, maar vindt dat hier nog een wereld te winnen is. Hij voegt eraan toe dat opdrachtgevers de kwaliteit van een ontwerp eigenlijk niet bij aannemers kunnen leggen. “Daar is de architect de aangewezen partij voor.”

In de toekomst zal de rol van de architect verder verschuiven, denkt Letteboer. “We zullen steeds meer onderdeel worden van bouwteams. De rol van de aannemer zal daarin ook verschuiven. Wellicht dat er op termijn helemaal meer geen aannemer zal zijn, maar dat we in een consortium van producenten werken. Alles wijst daar nu al op.”

Enexis
Bij het ontwerp van de Enexis kantoren in Maastricht, Zwolle en Venlo heeft atelier PRO een zelfbeschaduwende gevel ontworpen: een gevel met een zodanige geometrie dat het interieur minimaal opwarmt – dus zonder bewegende delen. “Wanneer een gebouw bijvoorbeeld een lamellengevel heeft, gaan die lamellen dicht zodra het mooi weer is. Binnen zit je dan in het donker”, zegt Letteboer. “Bij Enexis wilden we dat je bij mooi weer gewoon naar buiten zou kunnen kijken.” De geometrie van de gevels van de Enexis kantoren zorgt ervoor dat de gebouwen vanaf het zuiden gezien gesloten ogen. Vanaf het noorden gezien ogen ze daarentegen zeer open. “Het is overigens niet zo dat er helemaal geen zon het gebouw invalt”, zegt Letteboer. “Met deze gevel hebben we ervoor gezorgd dat dit op een aantal belangrijke momenten in de dag – ’s ochtends en ’s avonds – sterk gereduceerd is.” Voor de schaarse momenten dat er toch net teveel zon binnenvalt, kunnen de gebruikers zich hier met een binnenzonwering naar wens tegen beschermen. “Bij Enexis wilden we eigenlijk een heel generiek gebouw maken, met een robuuste constructie, waar de gevel op termijn gemakkelijk te vervangen is”, vertelt Letteboer. “Daarom dachten we aan een gevel die kon composteren: een biobased gevel.”
Omdat atelier PRO voor de zelfbeschaduwing ook naar een diepe gevel zocht, kwam het uit op composiet. Met isolatie van geëxpandeerde kurk en een schil van vlas of hennep, die met biologische hars gefixeerd is, dacht het bureau een biodegradable composiet te kunnen maken. “Het lijkt mij fantastisch wanneer we in de toekomst huizen kunnen bouwen die langzaam vergaan”, zegt Letteboer. “In de krimpgebieden zou het een uitkomst zijn. Na een bepaalde periode zonder onderhoud zou het gewoon opgaan in de natuur. Voor bepaalde opgaven zou dat heel praktisch zijn.” Binnen en buiten
Verschillende tests die atelier PRO met leveranciers uitvoerde leerde echter dat een dergelijk composiet op dit moment nog een stap te ver was. De gerealiseerde vorm en het gerealiseerde oppervlak was nog te instabiel. De tijd die er binnen het project was om dit verder te onderzoeken was ook beperkt. Vandaar dat de ambitie uiteindelijk is teruggeschaald tot het beste composiet dat nu te realiseren. Letteboer: “Het is een stap in de goede richting. De gerealiseerde gevel scoort sowieso een stuk beter dan een bakstenen gevel.” Ieder kantoor van Enexis heeft net een ander programma en staat op een andere locatie. Voor ieder gebouw geldt dat het een combinatie is van kantoorruimte en werkplaatsen. Het met elkaar in contact brengen van de ‘witte en blauwe boorden’ stond vanaf het begin centraal in het ontwerp. Verder is ieder gebouw voorzien van een atrium. Het groen van de omgeving kon zo ook binnen het gebouw doorgezet worden. Ook klimatologisch slaat het atrium een brug tussen binnen en buiten: er heerst een tussenklimaat waar in de wintersituatie voorverwarmde lucht vandaan wordt getrokken. “Door het schoorsteeneffect in dit atrium kun je bovendien heel transparante gevels op het zuiden maken”, legt Letteboer uit. Bijvoorbeeld het gebouw in Zwolle is zo gepositioneerd dat de bomen in de omgeving zoveel mogelijk hun schaduw op het atrium laten vallen. In de wintersituatie warmt het atrium op, in de zomersituatie koelt het atrium de gevels en beschermt het bladerdak tegen oververhitting.

VUmc
Het principe van de zelfbeschaduwende gevel heeft atelier PRO verder uitgewerkt in het ontwerp dat het voor het Diagnostisch Centrum van het VUmc in Amsterdam heeft gemaakt. Dit laboratoriumgebouw staat in een hoogstedelijke situatie en vroeg daarom om een heel andere architectuur dan de kantoren voor Enexis. Hier heeft de zelfbeschaduwing daarom de vorm gekregen van verticale vinnen. Deze houden de lage oost- en westzon – ’s ochtends en ’s middags – tegen. Op het zuiden zijn naast de vinnen ook voorover hellende ramen toegepast. Zo wordt gebruik gemaakt van de natuurlijke reflectie van het glas om opwarming van het interieur te voorkomen. Bij mooi weer kun je ook hier naar buiten blijven kijken. “Door de vinnen een kanteling te geven, ontstaat er geleding in de gevelvlakken”, vertelt Letteboer.

Clean Air Schools
Naast het projectgebonden onderzoek, zoals dat naar de biobased gevels, richt atelier PRO zich ook op fundamenteler onderzoek. “De ruimte voor werkelijke innovatie is binnen een project gewoon erg klein”, zegt Letteboer. “We zijn nu bezig met Clean AirSchools: een idee om niet bij de bron maar bij de gebruikers fijnstof aan te pakken. Je kunt allerlei bouwkundige maatregelen bedenken om fijnstof op te vangen en voor een schonere lucht in steden te zorgen. Dat kun je natuurlijk op allerlei schaalniveaus inzetten, maar wij beginnen bij scholen.” Voor dit fundamentelere onderzoek richt atelier PRO een consortium op waarin allerlei partijen participeren en meedenken, zoals: TU Delft, TNO, Syntens, de gemeente Antwerpen, de DGBC, ingenieursbureaus, leveranciers, en dergelijke. De onderzoeksresultaten wil het bureau in verschillende samenwerkingsverbanden in casestudy’s gaan uitwerken. Het eerste onderzoek wordt door atelier PRO zelf gefinancierd. Uiteindelijk hoopt atelier PRO dat het onderzoek een onafhankelijk platform zal worden waar stakeholders de cases zullen financieren. “Schoonheid ontstaat, net als in de natuur, door een bepaalde vorm van complexiteit”, eindigt Letteboer. “Daarom vind ik de gevels van Enexis zo mooi. Overigens hebben we hiervoor ook naar kunst gekeken, naar het werk van Jan Schoonhoven. Maar de vormgeving wordt bepaald door de functie die ze vervult. Als je ergens voldoende complexiteit in stopt, kan een nieuwe architectuur ontstaan met een eigen schoonheid. Eentje die je niet altijd direct kunt bevatten, maar wel eentje die beklijft.”

Andere nieuwsberichten

Nederland als vegan-land heeft vele positieve effecten

Gisteren, 16:24

BurtonHamfelt verzorgt aanpassing en uitbreiding van modulair schoolgebouw

Gisteren, 12:59

Zeven architectenbureaus ontwerpen eerste woningen De Suikerzijde

Gisteren, 11:09

Acht lessen rond de renovatie van sociale woningbouw

12 april, 9:00

Kabinet trekt 11 miljoen euro extra uit voor bibliotheken

Gisteren, 16:49

D66 wil dat zonnepanelen kunnen ‘meebewegen’ met stroompieken

Gisteren, 10:31

Instanties gaan samenwerken bij aanpak woningen aardbevingsgebied

11 april, 4:37

Schuilkerk Ons’ Lieve Heer op Solder is Europees erfgoed

11 april, 3:39

Gemeente Den Haag maakt afspraken voor verduurzaming

11 april, 10:01

Vrees in Zuid-Holland dat De Jonge regie op woningbouw overneemt

10 april, 4:17
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
Intal BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
AGC Nederland Holding B.V.
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
Wienerberger B.V.
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan