Verslag van Het Grote Leisure Congres
23 juni 2015, 15:58
Op donderdag 18 juni vond Het Grote Leisure Congres plaats in het Energiehuis in Dordrecht. ’s Ochtends stond het ontwerp van hotels centraal, ’s middags werd ingezoomd op het ontwerp van sportcomplexen en culturele gebouwen. Het congres werd bezocht door een mix van architecten, opdrachtgevers, adviseurs, bouwers en leveranciers. Een verslag.
De dag werd afgetrapt met de keynote door Hans Meyer, mede-oprichter van Zoku, die liet zien hoe hij uit een grondige analyse van de leefstijl van de ‘millennials’ het concept voor Zoku heeft ontwikkeld. In de kamers van Zoku staat niet het bed centraal, maar de keukenkamer. Hierdoor is de kamer geschikt om in te werken en zelfs gasten te ontvangen. Aan de Weesperstraat in Amsterdam opent de eerste vestiging van dit nieuwe hotelconcept komende herfst zijn deuren, meer vestigingen zitten in de pijplijn.
Opkomst van stadshotels
Michiel van Raaij, hoofdredacteur van Architectenweb, gaf aan een verschuiving te zien van standaard hotels naar unieke hotels die nadrukkelijk verbonden zijn met hun stedelijke omgeving en zowel hun gasten als de stad kwalitatieve voorzieningen bieden. Dit worden ook wel stadshotels genoemd. Daarbij richten steeds meer van deze hotels zich op een specifieke lifestyle. Het Michelberger Hotel in Berlijn is hiervan een bekend voorbeeld. Het Lloyd Hotel en Hotel The Exchange eveneens. In haar lezing vertelde Suzanne Oxenaar, artistiek directeur van laatstgenoemde hotels, hoe het Lloyd Hotel en Hotel The Exchange tot stand zijn gekomen. In beide hotels is geen kamer hetzelfde. De kunstenaars die in het Lloyd Hotel logeren worden daar altijd uitgenodigd zich ook in de Culturele Ambassade in het hotel te presenteren.
Na een korte pauze presenteerde Uri Gilad van Office Winhov zijn onderzoek naar stadshotels. Lang niet alle hotels hebben hun voorzieningen in de plint, toonde Gilad. Sommige hotels hebben hun voorzieningen in de kern van het gebouw. Weer andere verzamelen hun voorzieningen bovenin het gebouw. Zoku in Amsterdam is hier een voorbeeld van. Het door Office Winhov zelf ontworpen W Hotel in Amsterdam krijgt zijn voorzieningen ook bovenin het gebouw. Hierna volgde een presentatie door Maarten Scheurwater (ScheurwatervandenHoven) en Antonia Reif (Antonia Reif Architectuur) over het King Kong Hostel aan de Witte de Withstraat in Rotterdam. Robert Mulder van Mulderblauw sloot het lezingenblok af met de presentatie van zijn ontwerpen voor de grotere hotelketens. De eisen die de grotere ketens aan hun hotelkamers en voorzieningen stellen zijn sinds de jaren zeventig nauwelijks veranderd, constateerde hij, maar de ‘dinosauriërs’ zijn echt in beweging en volgen de opkomst van stadshotels op de voet.
In het afsluitende debat werd gesteld dat reizigers de afgelopen halve eeuw avontuurlijker zijn geworden en nu echt meer vragen dan een standaard hotel. Stadshotels hebben daarom echt de toekomst. Airbnb verzorgt inmiddels ook een deel van de markt, maar is voor veel overnachtingen geen goed alternatief. Innovatieve kamers, uitgebreide voorzieningen en de mogelijkheid gelijkgestemden te ontmoeten biedt Airbnb ook niet.
Beperkte budgetten vragen om strategische keuzes
Na de netwerklunch was het woord aan Alexander Sverdlov, die het aan The Why Factory van de TU Delft uitgevoerde onderzoek naar leisure presenteerde. Steeds meer ruimtes die ooit puur utilitair waren, bevatten nu een element van leisure. Een puur functionele keuken is nu een keukeneiland waar samen gekookt kan worden. In kantoren en onderwijsinstellingen zijn nu allerlei lounges opgenomen, waar relaxt gewerkt of gestudeerd kan worden. Er is bijna geen groot gebouw meer zonder café met kwalitatief goede koffie. De officiële schatting van de grootte van de leisure-industrie moet volgens Sverdlov daarom waarschijnlijk worden verdubbeld. Van het onderzoek verschijnt dit najaar het boek ‘Absolute Leisure’.
In zijn keynote besprak Ton Venhoeven van VenhoevenCS enkele actuele door hem ontworpen sportcomplexen. In zijn ontwerpen zoekt hij altijd naar manieren om de verschillende functies via doorzichten op elkaar te betrekken en het gebouw te verknopen met zijn omgeving. Door de gebouwen slim te organiseren en strategische keuzes te maken wat betreft de materialisering krijgt Venhoeven het voor elkaar met beperkte budgetten toch spectaculaire gebouwen te realiseren.
Patrick Koschuch van Van Dongen-Koschuch nam in zijn keynote de verschillende ontwerpen door, met betrekking tot culturele gebouwen waaraan hij de laatste tijd heeft gewerkt. Ook hier speelt het maken van strategische keuzes in ieder project mee. Het is het beste om op één idee in te zetten, stelde Koschuch. De architect benadrukte ook hoe belangrijk het is dat de organisaties trots zijn op hun gebouw. Daarvoor moet het toch iets bijzonders zijn. De glazen theaterzaal van het binnenkort op te leveren theater in Den Helder is een goed voorbeeld hiervan. Door de glazen wanden blijft de oude loods waarin het theater een plek heeft gekregen volledig zichtbaar – een onmiskenbare kwaliteit van het theater.
De dag werd afgesloten met een lezing door Roel ten Bras over het ontwerp van het Energiehuis en rondleidingen door het gebouw. “Een indrukwekkend gebouw en zeer passende locatie voor dit congres”, noemde een van de bezoekers het.